tuinbonen
Tuinbonen zijn peulvruchten die we in de vroege zomer vers kunnen eten. Het is een van de eerste planten die in het voorjaar gezaaid wordt in de moestuin, want ze zijn bestand tegen weer en wind.
Tuinboonplanten vormen grote dikke, gewatteerde peulen met daarin een aantal bonen. Ze zijn het lekkerst wanneer ze nog jong en vrij klein zijn, maar daarvoor heb je een moestuin nodig want de tuinbonen in de winkels bevatten meestal grotere bonen. Wanneer de bonen te groot zijn geworden vormt zich een dik velletje om de bonen dat ook bij het koken taai blijft. Soms worden hierom de tuinbonen dubbel gedopt, dus en de peul en het velletje rond de boon worden dan verwijderd. De smaak van het toonbuinvelletje is een tikje bitter.
Tuinbonen koken
Eenmaal geoogst zijn tuinbonen ongedopt op een koele plaats een paar dagen houdbaar. Gedopte tuinbonen verkleuren snel, je kunt ze het beste vlak voor het koken doppen. Tuinbonen kook je in een bodempje water in 5–7 minuten gaar. Daarna wat roomboter, zout en verse kruiden toevoegen voor een optimale smaak en verteerbaarheid, bijvoorbeeld blaadjes bonenkruid of wat salieblaadjes of verse dille combineren geweldig goed met tuinbonen.
Voedingswaarde
Tuinbonen zijn rijk aan vitamine B en C en bevatten ook behoorlijk wat ijzer, het eiwitgehalte in de jonge bonen is niet erg hoog. Rauwe verse peulvruchten bevatten nog alkaloïden (gifstoffen), deze stoffen worden door (kort) koken afgebroken.
Recepten met tuinbonen:
Ineke Fienieg
Gezonde voeding is veel meer dan een optelsom van voedingsstoffen. Het gaat erom wat je ermee doet, zowel in de keuken als in je spijsvertering. Over dit onderwerp heb ik een aantal vrij unieke workshops ontwikkeld, met deelnemers uit heel Nederland. Jij bent ook van harte welkom.
Abonneer je ook op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van de nieuwste recepten en blogs.